zorg

zorg

maandag 24 april 2017

RALFI tekst week van 24 april 2017
RALFI TEKST week van 24 april 2017                            BIJENSTERFTE
http://www.ralfilezen.nl/images/dieren/bijen.png

Het gaat niet goed met de bij. En ook niet met de hommel en de vlinder. Veel soorten worden met uitsterven bedreigd. En daardoor krijgt de mens ook problemen. Gelukkig kunnen we er wel iets aan doen.


Kampioenen

Wat krijgen we van bijen? Antwoord: een volle winkelkar. Zonder bijen zou er op de aarde minder voedsel zijn. Bijen brengen stuifmeel van de ene naar de andere plant. Zo kunnen er vruchten aan de plant groeien. Kevers, vliegjes en vlinders, bestuiven ook planten. Maar bijen en hommels zijn daar kampioen in. Ze zorgen ervoor dat er fruit en groenten in de winkel ligt. Kersen, appels en bramen bijvoorbeeld. Maar ook courgettes en paprika’s. Zelfs koffie, chocola en noten danken we aan de bij. Zonder bijen zou er op veel plaatsen in de wereld hongersnood ontstaan. 

Twintigduizend soorten

Bijen zijn insecten. Ze zijn makkelijk te herkennen aan hun zwarte lijf met gele strepen. Ze zijn vooral bekend om de honing die ze maken. Zelf eten ze nectar en stuifmeel. Dat zit in bloemen. In totaal bestaan er wel twintigduizend soorten bijen. Sommige soorten leven in groepen. Bijvoorbeeld in een bijenkorf. Andere bijen leven alleen. En je vindt ze over de hele wereld. Behalve op de Noord- en de Zuidpool. Hommels zijn ook een soort bijen. Ze zijn alleen groter en ze hebben langere haren. Daardoor overleven ze makkelijker in koelere streken. 




In de problemen

Het gaat niet goed met de bijen. En ook niet met andere bestuivers, zoals vlinders en kevers. Twee op de vijf soorten zijn bijna uitgestorven. Dat zeggen wetenschappers uit 124 landen. Waarom gaat het nou zo slecht met de bijen? Er zijn verschillende oorzaken. Veel boeren verbouwen maar één gewas. Daar blijven bijen weg, omdat ze er te weinig voedsel vinden. Boeren gebruiken vaak ook bestrijdingsmiddelen. Die zijn schadelijk voor bijen. Ook klimaatverandering speelt een rol. Bijvoorbeeld bij hommels. Zij hebben een dikke vacht tegen de kou. Maar als het warmer wordt op de aarde, hebben ze daar last van.


                                                          

Oplossingen

Gelukkig zijn er ook oplossingen. Boeren kunnen gewassen op een andere manier kweken. Dan zijn er minder bestrijdingsmiddelen nodig. Het helpt ook als boeren op allerlei plekken wilde planten laten bloeien. Bijen hebben dan voedsel. En woon je in de stad? Dan kun je ook je steentje bijdragen. Plant op je balkon of in je tuin bloeiende planten. Je kunt ook een bijenhotel bouwen.

Red de bij!




RALFI, lezen op een betekenisvolle en motiverende manier.


1.Wat is het?

Het centrale doel van RALFI is het verbeteren van de vloeiendheid van het lezen en daarmee het leesniveau.

2.Voor wie?

Kinderen die de spellende leeshandeling beheersen, maar langdurig veel te traag blijven lezen. Het lezen versnelt en automatiseert niet.

3. Uitgangspunten?

RALFI is een methodiek waarbij kinderen relatief moeilijke leeftijdsadequate teksten herhaald lezen, waarbij ze ondersteund worden door de leerkracht.
De letters RALFI zijn niet willekeurig gekozen; ze staan ieder voor een principe dat van groot belang is bij het toepassen van deze methodiek.

R=repeated: binnen RALFI wordt op 5 dagen met een leesgroep hetzelfde stukje tekst gelezen.
A=assisted: de kinderen worden ondersteund bij het lezen. Op deze manier wordt het lezen vergemakkelijkt en wordt aangestuurd op een succeservaring. Er wordt voor gezorgd dat het lezen nooit moeilijk wordt voor de kinderen en dit wordt ze ook van te voren duidelijk gemaakt.
L=level: voor de leesontwikkeling is het gunstig om te werken met een relatief moeilijke tekst, mits er voldoende ondersteuning geboden wordt. Bij de boekkeuze staat de interesse van de kinderen dan ook voorop. Boeken met afgeronde stukjes tekst zijn vaak een goede keus.
Deze informatieve teksten hebben als bijkomend voordeel dat ze goed gebruikt kunnen worden om de woordenschat uit te breiden. Laat vloeiendheid en woordenschat nu de twee belangrijkste bepalende factoren voor begrijpend lezen zijn.
F=feedback: door middel van directe feedback krijgen foutief gelezen woorden niet de kans om in te prenten. Directe feedback is bovendien van belang omdat herhaald voorlezen met ondersteuning soms gokkend leesgedrag kan oproepen. Daarnaast is positieve feedback nog belangrijker. Positieve feedback moet duidelijk maken wat er precies goed gegaan is. Positieve feedback moet de successen van de kinderen vieren.

I=interactie:tijdens het voorlezen vindt er een enthousiaste interactie plaats over de inhoud. Het centrale doel is en blijft: begrijpen wat er staat.